De Belgische Vereniging van Asbestslachtoffers, ABEVA,zich verheugt van de resolutie die op woensdag 26 maart unaniem werd gestemd in het Vlaams Parlement. Deze resolutie eist dat degenen die historisch verantwoordelijk zijn voor de aanzienlijke aanwezigheid van risicovolle asbestproducten in het publieke en private woningpark in Vlaanderen, in overeenstemming met hun zware verantwoordelijkheid, zouden moeten aan de financiering van het Vlaams asbestverwijderingsplan deelnemen.
Dit plan, dat reeds in werking is getreden, voorziet in een totaal asbestveilig Vlaanderen tegen 2040. Het omvat verschillende belangrijke stappen, waarvan sommige momenteel aan de gang zijn, en prioriteiten, waaronder de eliminatie van asbestrisico's in scholen. Volgens recente gegevens van de OVAM (Vlaamse Dienst Afvalstoffen) bevat in het Vlaamse Gewest nog steeds 50% van de scholen asbestproducten met een hoog risico, die zo snel mogelijk moeten worden verwijderd.
Tijdens een hoorzitting in het Vlaams Parlement kon ABEVA gegevens presenteren over de financiële middelen (vermogen en jaarinkomen) van de belangrijkste aandeelhoudersfamilies van bedrijven die historisch verbonden zijn met het massale gebruik van asbest en dus de risico's die dit vandaag nog steeds met zich meebrengt. Toegegeven, het gebruik van asbest in de naoorlogse jaren was niet illegaal, aangezien het pas eind jaren 1990 in België werd verboden. Dit argument is echter misleidend: krachtige lobby's, verbonden met de aandeelhoudersfamilies van de participaties Eternit en vervolgens Etex, hebben het immers mogelijk gemaakt om de schadelijke aard van asbest decennialang bewust te verbergen of te minimaliseren, zoals al is gebleken uit de uitspraken van de rechtbanken in 2011, 2017 en 2023, en heeft het misbruik van asbest dus buitensporig lang laten duren. En de medeverantwoordelijkheid van de staat voor het voortgezette gebruik van asbest doet niets af aan de primaire verantwoordelijkheid van bedrijven.
Het zou dan ook logisch zijn dat deze families en aandeelhouders massaal zouden bijdragen in de kosten van de asbestsanering die nodig is om Vlaanderen "asbestveilig" of asbestvrij te maken.
ABEVA roept het Waals en het Brussels Gewest op om snel vooruitgang te boeken op dit gebied. Ook zij staan voor dezelfde problemen en uitdagingen.
Tot nu toe heeft geen van beide gewesten een alomvattend plan opgesteld dat vergelijkbaar is met dat van Vlaanderen. Voorlopig voeren ze eenvoudig beleid om burgers te informeren over bestaande regelgeving. Maar er is geen vast doel, met een tijdschema en toegewezen budgetten. Tot op heden is er geen bonus of subsidie voor asbestverwijdering of een verplichting om een asbestinventaris op te maken bij de verkoop van een onroerend goed, zoals in het Vlaamse Gewest het geval is. Geen duidelijk en synthetisch kadaster openbaar gemaakt. Eerdere of recente antwoorden op vragen die door hun respectieve parlementen aan de twee regionale regeringen zijn gesteld, laten weinig perspectief zien.
Dit betekent niet dat er niets wordt gedaan. Zo omvat het uitzonderlijke investeringsplan van een miljard euro voor de renovatie van schoolgebouwen in de federatie Wallonië-Brussel asbestrubrieken en -budget. Maar ook hier is de informatie onvolledig. En het is niet onmogelijk om je voor te stellen dat, net als in Vlaanderen, een aanzienlijk deel van de scholen nog steeds een asbestrisico vormt.
Het Waals en het Brussels Gewest – waarvan we ook de financiële problemen kennen – zouden van hun kant ook kunnen ingaan op de vraag of degenen die historisch verantwoordelijk zijn voor het asbestprobleem een noodzakelijke bijdrage kunnen leveren. Het zou merkwaardig en betreurenswaardig zijn als de andere twee regio's, in het geval van een akkoord tussen Vlaanderen en Etex/Eternit over een bijdrage aan de financiering van de asbestverwijdering, daar niets aan zouden doen en zichzelf een dergelijke oplossing zouden ontnemen, terwijl zij op dezelfde manier door dit probleem worden getroffen.
Het doel is om het Waalse en Brusselse Gewest asbestvrij te maken.
ABEVA roept de parlementen en regeringen van deze twee regio's op om dit probleem zo snel mogelijk aan te pakken.
ABEVA
Voor informatie en contact: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Marc Molitor 0475 74 77 03
"In 1977 al maakten we een reportage over asbest, maar we botsten op georganiseerde stilte." Dat vertelt voormalig RTBF-journalist Marie-Anne Mengeot in een gesprek met Pano. Mengeot maakt tientallen reportages over de gevaren van asbest. Volgens haar hebben zowel politici als wetenschappers, vakbonden en bedrijven te laat ingegrepen in ons land. "Er is 20 jaar tijd verloren, en vele honderden mensenlevens."
Marie-Anne Mengeot was meer dan 30 jaar onderzoeksjournalist voor de Franstalige omroep RTBF. Ze heeft een tiental reportages gemaakt over asbest en het bedrijf Eternit. Haar onderzoek begon al in de jaren 70.
"We werkten rond arbeidsongevallen en arbeidsomstandigheden, een thema dat niet zo populair was bij journalisten. Toen ontdekten we het verhaal van asbest", vertelt de nu 81-jarige Mengeot. In 1977 maakt ze voor het eerst een reportage over asbest, maar er kwam niet veel reactie. "We botsten op een gebrek aan belangstelling, op ongeloof of op georganiseerde stilte."
"We vroegen informatie op bij het ministerie van arbeid, maar daar wist men van niets. Er was niets bekend over welke bedrijven met asbest werkten, laat staan over de slachtoffers. Overlijdenscertificaten van arbeiders waarin de doodsoorzaak was aangegeven en die openbaar waren zoals in Engeland, waren er bij ons ook niet."
Maar ook bij wetenschappers in ons land bleef het stil. "Sommigen ontkenden zelfs het bestaan van longvlieskanker. Zij beweerden dat het enkel uitzaaiingen waren van longkanker."
"'Kom ons niet vervelen met uw verhaal', kregen we bij een aantal arbeiders dan weer te horen. Ze wilden hun job behouden, dat was belangrijker."
Door de ontkenning begon de journalist ook even zelf aan haar verhaal te twijfelen. "We vroegen ons af of de situatie bij ons misschien anders was dan in Engeland, waar de gevaren van asbest al langer werden erkend."
Reporters van Pano hebben asbesthoudend bouwafval teruggevonden op een stuk landbouwgrond in Kessel-Lo waarop aardappelen worden geteeld.
Marijke Van Buggenhout van Abeva, de vereniging van asbestslachtoffers reageert op de Pano: "We wisten dit al, maar het is goed dat er nog eens op de nagel wordt geklopt".
Ook Burgemeester Mathias Diricx reageert: "We gaan de beelden opvragen bij VRT omdat we niet goed zien waar het aardappelveld zich bevindt. We voelen ons machteloos".
Reporters van Pano hebben asbesthoudend bouwafval teruggevonden op een stuk landbouwgrond waarop aardappelen worden geteeld. Ook wegen en opritten in de omgeving van Kapelle-op-den-bos liggen nog steeds bezaaid met draailingen, stukken bouwafval dat asbestbedrijf Eternit vroeger uitdeelde om die opritten en wegen te verharden. Bodemexpert Sergé Venken legt uit hoe gevaarlijk dat asbestafval is.
De reporters van Pano gingen samen met een bodemexpert op pad in de streek rond Kapelle-op-den-bos, waar het Belgisch bedrijf Eternit jarenlang asbestmateriaal produceerde. Ze wilden weten hoeveel asbestpuin er nog te vinden was in de omgeving.
Eternit deelde vroeger gratis draailingen uit aan werknemers en buurtbewoners, asbesthoudend productieafval. Draailingen werden vaak gebruikt om opritten, paden en wegen te verhogen of te verharden. De Vlaamse afvalstoffenmaatschappij OVAM heeft in Kapelle-op-den-bos en 17 omliggende gemeenten de voorbije jaren al vele saneringsoperaties van draailingen uitgevoerd.
De Vlaamse meerderheid en oppositie willen doorzetten om voormalige asbestproducenten ertoe te bewegen financieel meer bij te dragen. Dat blijkt uit een resolutie die unaniem werd goedgekeurd in het Vlaams Parlement.
Vorige week werd in het Vlaams parlement nog een hoorzitting gehouden met de asbestproducenten, waar Eternit zich erg defensief opstelde. Het bedrijf wees een mogelijke decretale vergoedingsplicht voor asbestproducenten af als "disproportioneel" en "mogelijk discriminerend". Dat het bedrijf een deel van de verantwoordelijkheid zelfs bij de eindgebruikers van asbesthoudende producten leek te leggen, stuitte op heel wat onbegrip bij de leden van de commissie Leefmilieu.
In een resolutie vragen N-VA, Vooruit, CD&V, Open VLD en Groen nu om juridisch advies in te winnen over de mogelijkheid van een decreet. Ze eisen dat de betrokken bedrijven bijdragen aan het opruimen van de toxische stof. Volgens een raming van afvalstoffenmaatschappij OVAM zou het twintig jaar lang elk jaar 100 miljoen euro kosten om alleen al het asbest van Eternit in Vlaanderen te verwijderen.
Verder vraagt de resolutie de regering het asbestafbouwbeleid te versterken en te versnellen. OVAM wordt belast met een inhoudelijke analyse en evaluatie van het huidige beleid.
Helft gecontroleerde Vlaamse schoolgebouwen moet dringend asbestvrij gemaakt worden. Dat blijkt uit een nieuwe analyse van afvalstoffenmaatschappij OVAM. "De situatie is alarmerender dan gedacht", zegt Vlaams Parlementslid Kim Buyst (Groen).
Scholen zijn in vergelijking met andere gebouwen veel onveiliger als het gaat over asbestvervuiling. Op dit moment is net geen 20 procent van de gecontroleerde schoolgebouwen asbestveilig, bij andere types gebouwen in Vlaanderen is dat gemiddeld 60 procent.
Niet alleen is er in de grote meerderheid van de schoolgebouwen sprake van vervuiling, het asbest moet vaak zo snel mogelijk verwijderd worden.
Voor 53 procent van de gecontroleerde schoolgebouwen valt de vervuiling in de meest urgente categorie. OVAM geeft hen het label 'dringende verwijdering noodzakelijk'. Omgerekend gaat het om zo’n 1.350 scholen.