DESIGNED BY JOOMLA2YOU

Persbericht 12 september 2025 Asbestverwijdering: Vlaanderen eist 1 miljard euro van Eternit, waar wachten Wallonië en Brussel op om hetzelfde te doen?

het pdf bestand

Sinds haar oprichting in 2000 eist de Belgische Vereniging van Asbestslachtoffers (ABEVA) dat bedrijven die asbest produceerden en verspreidden bijdragen aan het herstel van de schade die ze hebben veroorzaakt, volgens het principe “de vervuiler betaalt”.

ABEVA stond aan de wieg van de oprichting in 2007 van het Fonds amiante (AFA), dat voorziet in specifieke compensatie voor beroepsmatige en niet-beroepsmatige asbestslachtoffers. Tussen 2007 en 2024 heeft het AFA 4.614 asbestslachtoffers gecompenseerd, waaronder 3.573 voor mesothelioom, een dodelijke vorm van pleurakanker die kenmerkend is voor blootstelling aan asbest. Sinds 2007 schommelt het aantal gevallen van mesothelioom van jaar tot jaar, rond de 200 gevallen per jaar (219 in 2024), maar het stijgt nog steeds. In 2023 werd zelfs een piek van 253 door de AFA gecompenseerde gevallen waargenomen. Maar de last van asbestgerelateerde ziekten is nog zwaarder, omdat de gegevens van het AFA onvolledig zijn, zoals blijkt uit het hogere aantal mesothelioomgevallen dat elk jaar wordt geregistreerd door het Kankerregister, om nog maar te zwijgen van asbestgerelateerde long-, strottenhoofd- en eierstokkanker, die niet voldoen aan de zeer strenge criteria van het AFA voor compensatie.

Dit toont duidelijk aan dat asbest, dat in België sinds 1998 verboden is, nog steeds een actueel probleem is. Dit geldt des te meer omdat de aanwezigheid van asbest in de omgeving - meestal in de vorm van asbestcement golfplaten, platen en buizen - het risico in stand houdt. Niet-beroepsgebonden slachtoffers maakten in 2023 was bijna een derde uit van alle door het AFA erkende gevallen van mesothelioom .

Voor ABEVA is georganiseerde asbestverwijdering altijd een prioriteit geweest, vooral in scholen, waar het risico bestaat dat asbest onze kinderen besmet en zo het aantal slachtoffers eindeloos doet toenemen. Uit een onderzoek van OVAM (de Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) bleek dat 50% van de Vlaamse scholen asbestproducten bevatte. En er is geen reden om aan te nemen dat dit percentage in Wallonië en Brussel anders ligt.

Abeva is dan ook verheugd dat er een georganiseerd asbestverwijderingsplan is opgesteld door het Vlaams Gewest. Dit plan, dat reeds in werking is getreden, voorziet een asbestvrij Vlaanderen tegen 2040. ABEVA was ook verheugd over de resolutie die in maart 2025 unaniem werd goedgekeurd door het Vlaams Parlement, waarin geëist wordt dat diegenen die historisch verantwoordelijk zijn voor de grote aanwezigheid van gevaarlijke asbestproducten in het publieke en private gebouwenbestand, in lijn met hun zware verantwoordelijkheid, bijdragen aan de financiering van het asbestverwijderingsplan van Vlaanderen.

Onlangs nog zei Valérie van Peel, voorzitster van de N-VA, de grootste partij van Vlaanderen, dat asbestproducent Eternit een deel van zijn historische schuld moet afbetalen. Ze kondigde aan dat het bedrijf minstens een miljard euro zou moeten betalen. Volgens Valérie Van Peel zal Eternit tot 2040 een jaarlijkse bijdrage van 50 miljoen euro moeten betalen, evenals een jaarlijkse bijdrage in de kosten van de asbestcertificaten die nu in Vlaanderen vereist zijn bij de verkoop van een woning.

ABEVA roept het Waalse en Brusselse Gewest nogmaals op om snel vooruitgang te boeken in deze kwestie. Ook zij worden geconfronteerd met dezelfde problemen en uitdagingen.
Tot op heden heeft geen van beide gewesten een uitgebreid plan opgesteld zoals Vlaanderen. Momenteel voeren ze enkel een beleid om de burgers te informeren over de bestaande regelgeving. Maar er zijn geen vaste doelstellingen, met een tijdschema en toegewezen budgetten. Tot op heden zijn er geen stimulansen of subsidies voor asbestverwijdering, noch is er een verplichting om een asbestinventarisatie uit te voeren bij de verkoop van onroerend goed, zoals wel het geval is in het Vlaamse Gewest. Er is geen duidelijk, beknopt kadaster dat openbaar wordt gemaakt. Eerdere of recente antwoorden op vragen van hun respectievelijke parlementen aan de twee regionale regeringen bieden weinig perspectieven.

Het Waalse en het Brusselse Gewest zouden van hun kant ook kunnen opkomen voor een noodzakelijke bijdrage van de historische verantwoordelijken voor de asbestproblematiek. Het zou merkwaardig en betreurenswaardig zijn indien, indien Vlaanderen en Etex/Eternit tot een akkoord zouden komen over een bijdrage in de financiering van de asbestverwijdering, de twee andere gewesten niets zouden doen en zich een dergelijke oplossing zouden ontzeggen, terwijl ze op dezelfde manier door dit probleem worden getroffen.
Terwijl het toch ook de bedoeling is – of zou moeten zijn - dat het Waalse en Brusselse gewest asbestvrij worden.

ABEVA herhaalt zijn verzoek aan de parlementen en regeringen van deze twee gewesten om deze kwestie zo snel mogelijk op te pakken.

ABEVA

Voor informatie en contact :
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Marc Molitor : 0475 74 77 03

het pdf bestand